Introductie
VOOR ...
Er zijn weinig bronnen van voor 1740 die ons kunnen vertellen hoe de tuinen van Freÿr er precies uitzagen. Een gravure van Remacle Le Loup in de foliant ‘Les Délices du Pays de Liège’ toont twee ommuurde tuinen in renaissancestijl ten noorden en ten zuiden van het kasteel, een parterre de broderie en een vijver in het midden. Ook de collectie sinaasappelbomen is te zien, in een rij voor de oranjerieën. We herkennen het verticale ritme van de in vorm gesnoeide bomen en planten.
Vanwege de aanleg van de twee grote terrassen ter hoogte van het kasteel moest een lange steunmuur worden gebouwd die er nog altijd staat, net als de muur langs de slotgracht.
Daarboven loopt een grote, onbeschutte boomgaard omhoog, in de richting van de heuvels en het dorpje.
Het is nog niet de situatie zoals we die nu kennen.
... GUILLAUME EN PHILIPPE-ALEXANDRE
Na de ommekeer van de bondgenootschappen in 1758 maakt het land een periode van vrede en voorspoed door. Kanunnik en proost Guillaume en zijn broer Philippe-Alexandre de Beaufort-Spontin, de voogden van hun neven na de dood van hun vader, besteden bijzondere aandacht aan de tuinen en zijn verantwoordelijk voor de weelderige, ‘Franse’ aanblik die ze nog altijd hebben. Ze openen perspectieven, ontwikkelen assen en laten een rococo paviljoen bouwen als bekroning van de boventuin ...
Vanaf 1769 vermelden de archieven de levering van poorten en stenen elementen voor de vijvers, het paviljoen, de grote trappen en de waterval.
IN DE STIJL VAN LE NÔTRE
Aan geestelijke Guillaume de taak om het ‘terras’ ter hoogte van het kasteel te ontwerpen in de stijl van tuinarchitect Le Nôtre.
Philippe-Alexandre is verantwoordelijk voor de boventuin, met de doolhoven van haagbeuken, de assen die zicht bieden op de Maas, en in 1775 het verfijnde rococo paviljoen.
Tot op de dag van vandaag kunnen bezoekers van deze tuinen genieten, in een vrijwel ongewijzigde staat.
